Back O'Bourke

Reizen door de Outback van New South Wales

Veel mensen weten niet dat New South Wales ook een Outback heeft. Het ligt op vier uur rijden ten westen van Sydney. Wij besloten er op de vrijdagmiddag voor het lange 'labour day' weekend (dan is het namelijk zo rustig op de weg, maar niet heus) heen re rijden met camper trailer.

Ik een grote voorraad eten meegenomen onder het mom 'je weet maar nooit'. Met al het eten hadden we met gemak een maand in de rimboe kunnen overleven. Ik schat dat we een halve koe aan vlees mee hadden. Marcel begreep mijn hamsterwoede niet echt (begrijpelijk) en merkte op dat ze ook in de Outback winkels hebben en dat bleek - niet verrassend - ook het geval te zijn.

De Darling River Run
De route die we voor de vakantie voor ogen hadden, is de 'Darling River Run' in de Outback van New South Wales. Die route voert - je voelt hem al aankomen - langs de rivier de Darling, een van de langste rivieren van Australie. De route, van ongeveer 700 kilometer, begint in Bourke en via plaatsjes als Louth, Tilpa, Wilcannia en Menindee eindig je uiteindelijk in Wentworth.

Bourke is niet bepaald een populaire vakantieplek maar het spreekt wel tot de verbeelding van veel Australiers. Een Australische dichter, Henry Lawson, heeft ooit geschreven: 'If you know Bourke, you know Australia' (Als je Bourke kent, ken je Australie).  De uitdrukking 'Back O'Bourke' betekent zoiets als vergelegen of onderontwikkelde plaats. Lijkt me niet fijn als je daar woont want het klinkt niet als iets om trots op te zijn.

Bijna de hele route langs de Darling river rij je over niet-geasfalteerde, off road, wegen, wat in deze moderne tijd een leuke en avontuurlijke bijkomstigheid is. Zeker als je een stoere 4WD auto hebt en zoals Marcel, een heuse Outback Bush hoed (geen grap) en R.M. William laarzen.

Lokale wegbewijzering.
Regen in de Outback
Het weekend dat we vertrokken had het zwaar geregend in de Outback en daarom waren veel wegen afgesloten. Je rijdt over een soort klei en als dat nat wordt glibber je weg, zelfs met een auto als de onze. Wij hadden geluk omdat we eerst twee dagen naar de dierentuin van Dubbo gingen en pas op zondag echt gingen rijden. Toen was de ergste regen al weer achter de rug. Als je pech hebt kun je zo een paar dagen vast komen te zitten in een klein plaatsje omdat ze de weg afsluiten. Iemand vertelde dat als je vast komt te zitten met je auto in de modder ('bogged') terwijl de weg is afgesloten en de politie moet komen om je eruit te trekken je 1000 dollar per wiel betaald.

Deze wagen is ook zwaar 'bogged'. 
Ik keek echt uit naar de Darling river. Ik had mij (nogal naief) voorgesteld dat het zoiets zou zijn als de rivier de Loire in Frankrijk want 'Darling' klinkt zo lief en vriendelijk. Bij elke bocht in de weg zou je weer een ander mooi uitzicht hebben op de rivier. Dat bleek niet echt het geval te zijn. Bochten zijn er bijna niet en de Darling river is een modderige, bruine rivier waar je niet in kan zwemmen door de sterke stroming. De rivier ligt nogal ver af van de weg en in plaats van het water zagen we onderweg vooral veel uitgestrekte velden met struiken en bloemen.

Omdat het voorjaar is en door de vele regen, staat alles in bloei en stond er redelijk veel water in de rivier. Volgens mensen die er wonen, is het eens in de tien jaar zo groen. Boffen wij weer dat we dit mogen zien. De koeien die we onderweg tegenkwamen, hadden duidelijk genoeg te eten en zagen er gezond uit. Dit was twee jaar geleden heel anders. Toen waren ze 'skin and bones', ofwel vel over been.

Koeien in de Outback.

Alles staat in bloei.

De wegen zijn kaarsrecht en nogal saai. Het meest kaarsrechte stuk (asfalt) weg lag tussen Nyngan en Bourke. Dat is 200 kilometer rijden zonder een enkele bocht in de weg. Probeer je dat maar eens voor te stellen. Hoe ver je ook keek, er was geen bocht te zien. Het lijkt wel alsof je daar van nergens naar nergens rijdt.

Bochten in de Outback zijn zeldzaam.
Onderweg moest je goed je best doen om een glimp van de rivier op te kunnen vangen. Het is ons een paar keer gelukt zoals hier onderweg naar Wilcannia.

Uitzicht op de Darling river.
Onderweg kwamen we een paar keer door hele trieste plaatsjes heen. Vroeger was er van alles te doen vanwege de handel op de rivier maar nu is het er doods en leeg. Op straat zie je veel aboriginals een beetje doelloos rondslenteren. De enkele winkels hebben alles afgeschermt met roestvrijstalen platen. Het is heel triest want de plaatsjes hebben een hele interessante geschiedenis maar nu kun je er maar het beste snel door heen rijden. Een dame achter de balie van een cafe in een plaatsje vlakbij waar wel wat te doen was, vertelde dat de mensen in Wilcannia, een van de trieste plaatsen onderweg, 'just don't care'.

De mensen in de Outback zijn een apart volk. Dat is ook niet verwonderlijk als je zo ver van alles afzit. Dan word je gewoon een beetje raar. We hadden ons heel wat voorgesteld van ons bezoek aan het 'beroemde' Tilpa hotel. De man achter de bar wist echter niet veel meer uit te brengen dan 'uh' en 'ah'.  Zijn vrouw was ook niet erg spraakzaam ondanks Sebastiaan's volhardende pogingen om haar aan het praten te krijgen.

Met zijn vieren voor het Tilpa hotel.
In Tilpa, hebben we de tent neergezet bij een van de Outback Stations, Kallara. Een boerderij met 150,000 hectare grond. Je kunt er 50 kilometer een kant oprijden en dan pas zit je bij de buren. Hoe beheer je zo iets? We spraken met twee werklui die bij alle waterpunten camera's installeerden zodat de boer vanuit huis op zijn computer kan controleren of er problemen zijn. Anders moet je daarvoor iemand speciaal in dienst nemen die de hele dag rondrijdt. De boerderij is zo afgelegen dat de kinderen niet naar een gewone school kunnen. De jongste zoon krijgt les via de School of the Air en de twee oudste kinderen zitten op kostschool in Adelaide. Ik vraag me altijd af hoe het is voor kinderen om daar op te groeien. De dochter van 12 leek het naar haar zin te hebben. Ze kwam blij voorbij rijden achter het stuur van haar knalgele Datsun met drie andere kinderen in de auto. Geen politie in de buurt.

Het leuke van Australie is dat je er kan kamperen in de nationale parken waar je behalve een gat in de grond geen enkele faciliteiten hebt. We weten nu dat we dat ook overleven. Je komt op de mooiste plekken terecht zoals op de camping bij Lake Cawndilla in Kinchega National Park waar je met je tent pal naast het strand staat met deze zonsondergang als uitzicht.

Zonsondergang Camping Lake Cawndilla.  
De voorjaarsvakantie is afgelopen en de kinderen zitten sinds gisteren weer op school. Langzaam kunnen we ons weer voorbereiden op de volgende vakantie in december.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...